Agpo Optifor ventilator aanvoer/retour
Agpo Optifor ventilator aanvoer/retour wordt toegepast in de Agpo Optifor ventilatie installaties voor consumenten en bedrijven.
Agpo Optifor ventilator aanvoer/retour Bypass
Als op aansluiting DO3H tussen L en N 230V AC
gemeten wordt, moet de klep open zijn/gaan.
Als op aansluiting DO4H tussen L en N 230V
gemeten wordt, moet de klep dicht zijn/gaan.
Controleer de verbindingen van de besturingsprint
naar de bypass (steker).
Agpo Optifor ventilator aanvoer/retour
Controleer de ventilator op vervuiling of mechanische beschadigingen.
Controleer bij een E1 en/of E2 storing de bedrading. Indien correct dan is de ventilator defect.
De voedingsspanning voor de ventilatoren bedraagt 48V DC. De stuurspanning voor de ventilatoren ligt
tussen 0 en 10V DC. Deze spanning kan gemeten worden op de besturingsprint op AO1L of AO2L tus-
sen “+” en GND.
Driestandenschakelaar
Controleer de werking van de schakelaar als volgt; Haal op de besturingsprint de draden L2 en L1 los. De ventilatoren draaien in stand 1. Verbind op de besturingsprint de draden L3 en L2. De ventilatoren draaien in stand 2. Verbind op de besturingsprint de draden L3 en L1. De ventilatoren draaien in stand 3.
Printen
Indien de ventilatoren op de keuzeschakelaar reageren en de display geeft geen of vreemde gegevens, dan is de display defect. Controleer ook de verbinding tussen besturingsprint en display. Indien de Agpo Optifor-OT ventilator niet op de keuzeschakelaar reagert en de display geeft geen gegevens dan is
de besturingsprint of display (bedieningspaneel) defect. Indien de besturingsprint wordt vervangen moet het
apparaat opnieuw ingeregeld worden. PTC-voeler Controleer de plaatsing van de voeler en de bedrading. Indien correct moet de voeler vervangen te
worden.
Wisselaar
Controleer of de wisselaar beschadigd of vervuild is.
Filters
Bij filterstoring, de filters uitnemen, schoonmaken en indien noodzakelijk vervangen. Terugstroombeveiliging Indien de Econpact wordt afgeschakeld doordat de terugstroombeveiliging is geactiveerd, kan dit worden veroorzaakt door vervuiling of beschadiging van de terugstroomklep of door een beschadiging van het rookgaskanaal. Beide items moeten geïnspecteerd worden door de installateur voordat de installatie weer in bedrijf wordt genomen.